SV | En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem, en vrolijk zijn over Mijn volk; en in haar zal niet meer gehoord worden de stem der wening, noch de stem des geschreeuws. |
WLC | וְגַלְתִּ֥י בִירוּשָׁלִַ֖ם וְשַׂשְׂתִּ֣י בְעַמִּ֑י וְלֹֽא־יִשָּׁמַ֥ע בָּהּ֙ עֹ֔וד קֹ֥ול בְּכִ֖י וְקֹ֥ול זְעָקָֽה׃ |
Trans. | wəḡalətî ḇîrûšālaim wəśaśətî ḇə‘ammî wəlō’-yiššāma‘ bāh ‘wōḏ qwōl bəḵî wəqwōl zə‘āqâ: |
En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem, en vrolijk zijn over Mijn volk; en in haar zal niet meer gehoord worden de stem der wening, noch de stem des geschreeuws.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem, en vrolijk zijn over Mijn volk; en in haar zal niet meer gehoord worden de stem der wening, noch de stem des geschreeuws.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!